Binnen het mbo is taal een cruciale factor, zowel in de klas als in het beroep. Er bestaan maar weinig beroepen waar taal totaal geen rol speelt. Klantcontact, het geven en begrijpen van instructies, het opstellen van een offerte, overal zit taal in. Ook tijdens de les bij het overbrengen van theorie, het uitleggen van een praktijkopdracht of het geven van een instructie blijkt woordenschat, kennis van begrippen en algemene vaktermen van doorslaggevend belang te zijn voor het begrijpen van de instructie of het evalueren van een uitgevoerde opdracht.
Eind 2019 diende de School voor Bouw & Infra een Innovatieaanvraag in. De docenten merkten namelijk dat het steeds lastiger werd om hun theorie en praktijkinstructies over te brengen op de student. In de ogen van docenten eenvoudige termen zoals ‘een deur passend maken’ en ‘inmeten’ kwamen zichtbaar niet over. Daarnaast zag het team aan het einde van de opleiding, waarbij aan een klant een advies gegeven moet worden, dat studenten niet makkelijk een gesprek aangaan over de inhoud van een klus. ‘Hoe zorgen we ervoor dat studenten vaktermen en praktijkopdrachten inhoudelijk beter begrijpen? Hoe gaan studenten beter en makkelijker communiceren over hun beroep?’ Het feit dat een student goed met hout en gereedschap omgaat, maakt hem of haar nog geen goede vakman/-vrouw. Uitleggen hoe de klus in elkaar steekt en wat het eindresultaat zal zijn, is minstens zo belangrijk.
Na onderzoek en gesprekken tussen dienst Onderwijsondersteuning en -advies (OOA) en de vakgerichte docenten van de school is het vak Beroepscommunicatie ontstaan. De basis is kennismaken met vaktermen en gangbare uitdrukkingen voor de beroepsgerichte lessen en actief spreken over je beroep. Tijdens deze lessen werken studenten aan hun begripsvorming over de vaktheorie en praktijksituaties. Door veel met elkaar te overleggen, door samen te werken en te presenteren, krijgen studenten vaardigheid in het spreken over hun (toekomstig) beroep. De inhoud van de les is toegespitst op de theorie en praktijk die in die week wordt behandeld. Zo zijn de studenten beter voorbereid op hun vaklessen. Een voorbeeld: als tijdens Beroepscommunicatie het afkorten van een stuk hout aan bod komt, zullen studenten daar in de praktijkles mee aan de slag gaan.
Op dit moment zijn docenten positief: ‘Als ik zie hoe enthousiast studenten de vakoverschrijdende lessen volgen dan kan het niet anders zijn dat dit bijdraagt aan het leerproces en een keer niet achter de computer: inspirerend gaaf onderwijs.’ Ook studenten vinden de lessen waardevol: ‘Deze lessen zijn handig, want zo leer je beter te communiceren met elkaar. Ik vind de lessen superleuk en interessant om alle opdrachten uit te voeren.’
De pilot Beroepscommunicatie duurt één schooljaar. Tijdens dit schooljaar wordt onderzocht of het vak een positieve invloed heeft op de taalvaardigheid van de studenten en of dit effect geeft op het volgen en leren tijdens de opleiding. Als dit het geval is -rekening houdend met de lesuitval door corona- is een uitbreiding naar andere niveaus en opleidingen zeker een optie.
Wil je meer informatie over deze pilot? Neem contact op met Marjolein Kool (dienst OOA, ROC Mondriaan).